Volgens Auk leerde Henk Ali in 1935 kennen. Zij was wat terug getrokken.
Liet zich niet kennen. Was vier jaar ouder. Ze wilde voorlopig nog blijven
werken (niet trouwen) om de tien jaar les geven vol te maken die haar
recht zou geven op pensioen. Ali gaf zich niet gemakkelijk. En 'ze wist
't' altijd; een echte onderwijzeres.
Ze was in de jaren 50-60 in de ogen van Gerard kerkelijk en politiek
erg conservatief. Zelf zei ze daarover (direct na het overlijden van
haar man, 1983): Als we in Wageningen gebleven waren was ik 'verontrust'
geworden. In de Bijlmer in Amsterdam is mijn wereld open gegaan.
Loes (30-03-2001) herinnert zich dat Ali in het begin helemaal niet
gelukkig was dat haar dochters broeken gingen dragen. Dat probleem werd
voor haar later nog moeilijker toen er broeken kwamen met de rits rechtvoor
in plaats van opzij. Maar ze draaide geleidelijk bij.
Ali was gesteld op 'netjes', op stijl. Dat kwam tot uiting in haar
kleren, de manier waarop ze haar huis/kamer inrichtte, de tafel dekte,
enz.
Gerard moet denken aan een interview in Opzij (juni 1996) waarin Harmke
Pijpers (De gehaaide dame van de VPRO) de volgende uitspraken doet.
1. Zij doet altijd lippenstift op. Op een keer, na een late vergadering,
stiftte ze -voordat ze opstapten- nog even haar lippen. Een collega
vroeg: waar ga je nou nog naartoe? Nergens, ik ga naar huis. Waarom
doe je dan je lippen? Gewoon, zoals ieder ander zijn veters strikt,
zo doe ik mijn lippen.
2. Ik ben ervan overtuigd dat het niets te maken heeft met willen behagen,
ja, behagen van jezelf. ... Oude vrouwen die nog iets van zichzelf maken,
dat is een kwestie van overleven, als je daar nog trek in hebt en dat
de moeite waard vindt.
En ze probeerde -tot het laatst- zoveel mogelijk zelf haar eigen leven
vorm en inhoud te geven. In hetzelfde artikel vertelt Harmke Pijpers
over een engelse documentaire waarin een oude dame een hoofdrol speelt.
3. Even later zie je de oude dame met zo'n kekke zonnehoed op in zo'n
schokkerig elektrisch invalidenwagentje - want ze kon niet meer zelf
lopen - een rondje door de tuin maken. Ze werd op de rug gefilmd en
wat zag ik? Een heel mager, uitgemergeld armpje kwam uit die stoel en
verwijderde een uitgebloeide roos. Dat was voor mij een moment van herkenning.
Ik dacht: als je dat nog doet, ook al kun je bijna niets meer, dat betekent
dat je nog wilt. Je grijpt nog, je regelt dingen.
In vroege ochtend van vrijdag 12 juli 1996 voorafgaand aan de operatie
(amputatie)
1. De Here zal wel uitkomst geven
2. Ik zal met U zijn alle dagen
3. 'k Zal gedenken hoe voor dezen mij de Heer heeft gunst bewezen
4. Het is een wonder dat ik nog leef. De laatste jaren waren een toegift.
5. 'k Blijf hopen op een wonder.
6. I.v.m. komende operatie/amputatie: Als 't niet lukt, dan wil God
't. Dan ga ik naar vader.
7. Ondanks de ernst van de situatie maakt Moeder nog grappen. Ze wil
het gehoorapparaat in haar oor hebben. "Als ze dan proberen me
onder narcose te krijgen dan hoor ik alles." Als de batterijtjes
op blijken te zijn zegt ze tegen Gerard: Dan moet je nog even naar HOREN
om batterijtjes te halen.
Op de avond van zondag 14 juli 1996 (situatie is volgens chirurg zorgelijk).
Moeder vertelt over haar leven.
1. Vader Dulfer zei in Ede tegen Moeder bij weggaan van G&L&D
voor afreis naar Indonesie (1971): Ik had zo gehoopt dat ik dat jongetje
zou zien opgroeien en nu nemen ze hem mee. (Hij had Gerard/Jaap/Yke
niet zien opgroeien).
2. Na kennismakingsbezoek van Alice in Alkmaar kwam ze in tranen in
Amsterdam terug. Vader en Moeder stapten meteen in de auto. Moeder was
heel boos. Alkmaar bood excuses aan. Het is een hele goede relatie met
Alkmaar geworden. Ze bellen Moeder regelmatig op om te horen hoe het
gaat en komen langs. 3. Bezoek van Marieke en later Marianne (die beiden
meer over Alice wilden weten) heeft haar zeer ontroerd.
4. Moeder moest als regionaal propagandiste van de M.V. een grote openluchtvergadering
(inclusief veel dominees) sluiten. Ze zag er heel erg tegenop en bad
"Here, help me een handje." Dat gebeurde: het begon te regenen.
UITSPRAAK van Riek Uijttenbogaart (voorjaar 1996) over moeder Dulfer
na operatie: TUSSEN VECHTEN EN AANVAARDEN
UITSPRAAK JANUARI 1998: De geest wordt wat warrelig.
In diezelfde tijd sprak ze over 'televisieknijper' als ze de afstandsbediening
van de TV bedoelde.
UITSPRAAK 25/2/1998?: Ik ben dankbaar dat ik een goede band met de
kinderen heb.
Dits
en Frits Leene 1939
Mien
Delgman (21-9-1908)
Janny
Ploeg en Jo Ratelband trouwden op 28 januari 1937 in Amsterdam (zie
trouwkaart).
Hun zoon Johannes Bernardus werd geboren op 19 januari 1938 (zie kaartje).
Overleden op 22 januari 1938 (zie kaartje).
Riek Ploeg en Jan Spaans trouwden op 18 juni 1936 te Amsterdam (zie
trouwkaart). Een jaar eerder hadden ze zich verloofd (zie kaartje).
Ze woonden Gibraltarstraat 58hs te Amsterdam. Riek was verloskundige.
Hun zoon Jan Melis werd geboren op 8 juli 1938 (zie kaartje).
Dochter Aldina Zwaantina werd geboren op 4 maart 1941 (zie kaartje).
Koos
Ploeg verloofde zich op 22 mei 1939 met Wim Smit (zie kaartje).
|