Geldermalsen, 17 november 2002
Lieve Gerard,
Nu zo'n 6 weken na Lucy haar afscheiddienst schrijf ik je om je te laten
weten hoe ik Lucy ervaren heb, wie Lucy voor mij was. Dit n. a. v. jouw
uitnodiging om dit te laten weten, zodat jij een boekje kan maken voor
jullie kleinkinderen. Zo heb ik het begrepen en kijk maar of jij dit
gaat gebruiken.
Ik heb Lucy ontmoet in 1993, toen ik kwam werken bij het dienstencentrum
in Leusden, als een stille vrouw. Ik, nieuwsgierig/belangstellend naar
mensen, werd geprikkeld wanneer ik Lucy zag. Wie is Lucy, wat doet ze
voor werk. Stil, glimogen, vriendelijk, ietwat ondeugend kijkend soms,
wat ik kon zien met goede werkzin, liep ze langs de balie de trap op
naar de 1e verdieping. Ik kon haar volgen in het raam tot de eerste
trap, met rustige stevige tred.
Volgens mij duurde het een tijdje voor we elkaar spraken. Ik was verbaasd
om te horen dat deze vrouw, Lucy,reizen maakte naar Indonesië,
daar projecten bezocht, mensen stimuleerde, leerde, adviseerde en daarover
weer verslagen maakte, rapporten schreef, geld probeerde te verzamelen
voor projecten. Lucy die Ad zijn 'werkmaatje' was en dat, zo vertelde
Ad me, Lucy dat op een geweldige fijne manier was. Ad die zich liet
adviseren door Lucy haar wijsheden.
Op een keer heb ik haar uitgenodigd voor een wandeling omdat ik Lucy
wilde ontmoeten, met wie leef je, zijn er kinderen, ouders, kortom ontmoeten.
De wandeling is een ritje in
M'n bus geworden, ik moest naar de bank en dat deden we samen. Al pratend.
Ik vragen, Lucy antwoordde, ik leef met Gerard, we hebben 2 zonen, 1
kleinkind -misschien al 2, ik weet dat niet meer-, ik heb nog een oude
moeder. Wat een fijn en open gesprek. Dit was de eerste ontmoeting van
een aantal lunchontmoetingen in Leusden, met of zonder Ad Mook. Lucy,
waar ik van genoten heb tijdens een feestavond in Leusden, in kleding
uit Indonesië, uit India, prachtig. Geweldig mooi. Dan het feest
van Lucy en Ad waar ik voor uitgenodigd was, waar ik jou voor het eerst
ontmoet heb. Mooi om jullie samen te zien. Prachtig julie met elkaar,
de rust die van jullie uitstraalde, de 'vanzelfsprekendheid' waarmee
jullie met elkaar omgingen. Ik genoot van het zien van jullie beiden.
Met Lin heb ik Lucy en Ad toegezongen. Lin ............
Lucy, inmiddels is onze werkplek Utrecht geworden, die rustig, stralend,
lachend in de inmens grote hal stapte, me hartelijk goeiemorgen, middag
wenste. Ik vond het fijn haar te zien stappen. Dan de vrijheid van werken,
de rust. Menselijkerwijs in tijd wat kort van genoten, tot de ziekte
kwam. Ik was geschokt te horen van jouw ziek zijn, daarna van Lucy.
Wat fijn dat ik het wist, dat ik jullie kon schrijven, dat kon doen
wat het ziek zijn misschien iets zou kunnen 'verzachten'. Verrast was
ik toen de telefoon bij ons thuis ging en ik Lucy haar stem hoorde zo
3 of 4 weken voor haar sterven. Ik nam op met Toos, ik hoorde: ja met
Lucy en ik ben blij dat ik daar niet meer werk nu ik weet dat jij er
niet meer zit. Lucy, ik hoorde Lucy. Verrassend. Ik had, zo als altijd,
een open en fijn gesprek. Lucy, ................... nu in de hemel,
niet meer in lijfelijke aanwezigheid hier, maar af en
toe komt ze langs in mijn gedachten, in mijn beelden.
Zoals ook jij Gerard. Jij die ik dan voor me zie als een rechtopstaande
man. Rechtop in liefde voor het leven. Waardig. Voor mij ben je een
prachtmens van God. Hartverwarmend voor me datje mij zo herkende tijdens
het condoleren, de woorden die je zei, dat Lucy jou van mij vertelde,
dat ons contact haar goed deed.
Lieve Gerard ik wens je de liefde van God, de liefde van mensen om je
heen zodat je je leven met dat wat erin is kan leven. Hartelijke groet
aan jullie zonen, hun vrouwen en kinderen.
Liefs van: Toos
|