In een artikel onder de titel "Komen de Duitschers?" wordt
o.a. Willem Smit (wonend te Harmelen) geïnterviewd. Hij was in
de oorlog assistent bij professor J. Coops (scheikunde). Op het moment
dat hij geïnterviewd werd was hij directeur van het fysisch-chemisch
laboratorium van TNO in Zeist. Hij pas bewust geen corpslid.
In het artikel vertelt hij dat hij na de razzia's in het voorjaar van
1943, waarbij de Duitsers studenten oppaktten voor tewerkstelling in
Duitsland (Arbeitsensatz) naar de administrateur van de VU ging met
het voorstel om het studentenarchief weg te halen, waar de man durfde
niet.
Een van de centra van verzet vormde het scheikundige laboratorium. Daar
had zich rond Coops een groepje vertrouwelingen verzameld die zich na
de razzia praktisch full-time aan verzetswerk gingen wijden. De eerste
taken bestonden uit het opbouwen van een voedseldienst en het onderdak
brengen van onderduikers. De achterban van de VU speelde daarbij een
grote rol ....... Smit was in de loop van 1941 al op kleine schaal begonnen
met het vervalsen van persoonsbewijzen en kreeg steeds meer werk: "Ik
heb er wel zo'n 2300 gedaan. Eind 1943 had ik zelfs de vervalsingsschool
in de kelder, pal onder de Gasschutzschule op één hoog
waren nog weleens wat de Duitsers rondliepen".
Een van de spelregels voor de mensen op lab was zomin mogelijk nieuwe
contacten aan te gaan. Smit: Zo weinig mogelijk relaties en geen nieuwe
rechtstreekse contacten. Iedereen had zijn eigen taak. Het was maar
het beste op zo weinig mogelijk van elkaars activiteiten af te weten.
......
Op het lab bevonden zich naast de harde verzetskern ook nog mensen die
alleen maar werkten.
Smit: "we waren niet bang voor verraders, maar er waren wel bangerds.
..... Smit heeft naar zijn zeggen nooit echt stomme dingen uitgehaald.
Hij meed ook alle nieuwe contacten. Daar heb ik voor een groot deel
aan te danken dat ik nooit opgepakt ben. Maar ik ben weleens totaal
van streek geweest. Ik was bezig met vervalsingen en had ook twee pistolen
bij me toen ik gewaarschuwd werd dat er Duitsers in het lab waren. Ik
raakte volkomen in paniek, maar Los die bij me was, bleef heel kalm
en zei: we doen net alsof we vertegenwoordigers zijn en gaan naar buiten.
En met twee koffers vol materiaal liepen we gewoon tussen de Duitsers
in de hal door naar buiten zonder dat ze ons een strobreed in de weg
legden. Eenmaal buiten viel het me op dat het stralend weer was.
Wim Smit promoveerde op 24 mei 1946aan de Vrije Universiteit bij Prof.
Dr Ir J. Coops (hoogleraar Scheikunde) op een proefschrift getiteld
A tentative investigation concerning fatty acids and fatty acid
methylesters.
|